Vorig schaatsseizoen was voor mij in eerste instantie nogal teleurstellend. Het wilde maar niet gaan vriezen! Zelfs op de Weissensee werd de 200 km afgelast, omdat het ijs bedolven was onder een metersdikke laag sneeuw. Balen, want daar had ik het hele jaar keihard voor getraind. Gelukkig ging ik niet met lege handen naar huis uit Oostenrijk. Ik werd in een sprint 2e bij de AKM achter Gary Hekman. Dit gaf me een mooie uitgangspositie voor de Grand Prix natuurijs.
Mijn piek behoorde ik even uit te stellen naar het natuurijs in Zweden en dat lukte. Alleen winnen na een barre race. Het was fantastisch. Daarna werd ik nog 3e in de sprint op Flevonice. Genoeg om de Grand Prix binnen te halen.
Voor mijn gevoel zat het seizoen er toen op. Ik was erg diep gegaan in Zweden en eigenlijk helemaal leeg. Maar een finale in het oude Olympisch Stadion in Amsterdam wilde ik niet missen. Het lukte om daar als eerste een rondje te pakken. In de sprint kon ik echter niet op tegen Bammer Jorrit Bergsma en Bob de Vries. Ik werd derde en moest daar vreselijk diep voor gaan.
De jongens met wie ik in de laatste wedstrijd in de kopgroep zat, worden dit jaar allemaal mijn ploeggenoten. Ik train nu bij Jillert Anema. Samen met Jorrit Bergsma en de andere ex-Bammers. Ik probeer zo nog een stapje te maken naar de top. Ik probeer sneller te worden, zodat ik op kunstijs meer kans maak op het winnen van wedstrijden.