Tonny van Vliet heeft zijn weekje op de Weissensee tot een uiterst vruchtbaar uitstapje gemaakt. De akkerbouwer uit Zeewolde won na de eerste wedstrijd in de Grand Prix nu ook het Open Nederlands Kampioenschap. In een sprint troefde hij medevluchter Sjoerd Brandt af. Van Vliet werd daarmee ook eindwinnaar in de Grand Prix.
Met een brede lach kuierde Tonny van Vliet na afloop in het zonnetje over het ijs. Iets minder reden tot lachen had Sjoerd Brandt, de man met wie Van Vliet op de streep streed om de zege. Brandt, zoon van oud-marathoncrack Hans Brandt, was de vluchter van het eerste uur. Reed verreweg het grootste deel van de zestig kilometer solo voor het peloton uit, maar werd dus uiteindelijk ingerekend door de ervaren Van Vliet.
Voor Van Vliet was er inderdaad alle reden tot lachen. In een paar dagen tijd zorgde hij nog voor een mooi nieuw hoogtepunt in zijn loopbaan. De Open Nederlandse titel is het eerste grote kampioenschap dat hij op zijn erelijst mag bijschrijven. “Maar ik ben ook pas laat begonnen”, vertelde de rijder uit Zeewolde. “Pas toen ik 27 was heb ik voor het eerst een licentie aangevraagd. Tja, dat blijft je achtervolgen.”
Specialist
Tot vorig jaar reed de nu 43-jarige Van Vliet nog rond in de Eerste Divisie. Hij maakte op het Veluwemeer in Elburg zelf een einde aan dat avontuur. Een heel bewuste keuze. “Ik ben een specialist op natuurijs, maar ik dreigde alle mooie wedstrijden te missen als ik in de Eerste Divisie bleef rijden”, stelt Van Vliet.
Voor die wedstrijden is het aantal rijders uit de Eerste Divisie immers gelimiteerd tot de eerste dertig of de eerste zestig van de ranking. “Maar die wordt gevormd op kunstijs en als je daar geen punten pakt, grijp je overal naast. Ik zou zelfs niet mogen starten in de Elfstedentocht, maar als Master weer wel.” Met een lach: “Bovendien vond ik het na zeventien jaar landelijk rijden ook wel mooi geweest.” Aan stoppen dacht hij niet. “Sommige jongens willen niet overstappen naar de Masters. Maakt mij niet uit. Ik ben een liefhebber, wil schaatsen. In welke categorie ik rijd boeit me niet.”
Dat Van Vliet op natuurijs goed uit de voeten kan, heeft hij in het verleden meermaals bewezen. In de Eerste Divisie schaarde hij zich steevast bij de beste drie. “Ik ben zelf in de Alternatieve op de Weissensee nog eens negende overall geweest. Was in het jaar waarin Miel Rozendaal won. En twee jaar geleden eindigde ik in de Top Divisie na een loodzware koers nog als 21e.”
Onbevangen
Die ervaring nam Van Vliet, getrouwd met oud-marathonschaatsster Miranda van de Haring, mee in het ONK van dit jaar. Hij zag hoe Sjoerd Brandt al vroeg weg reed. De man uit Monnickendam heeft nog amper ervaring op natuurijs, reed op de Weissensee pas zijn tweede wedstrijd, maar ging onbevangen de strijd aan.
Van Vliet liet hem lekker begaan. “Ik weet inmiddels dat er in deze categorie, anders dan in de Eerste Divisie, niet meteen een georganiseerde achtervolging op touw wordt gezet als er iemand wegrijdt. Als je weg bent, is de kans daarom groot dat je weg blijft. Ik besloot te wachten en te zien wat er gebeurde, wilde eerst titelverdediger Rudi Groenendal het gat laten dichtrijden.”
Sneeuwrand
Maar drie ronden voor het einde besloot Van Vliet dat er toch iets moest gebeuren. Hij sprong weg, had snel een gat, maar reed vervolgens in de sneeuwrand. “Dat was pech. Maar kort daarop heb ik het weer geprobeerd en toen lukte het wel. Ik reed in mijn eigen tempo naar Sjoerd Brandt toe en heb hem daarna lekker op kop laten rijden.”
In de finale sloeg Van Vliet succesvol toe. Brandt eindigde als tweede, terwijl Groenendal de sprint van het peloton won en het brons pakte. “Mooi en leuk, zo’n titel”, vond Van Vliet. “Maar ook niet meer dan dat. Die 21e plaats in de Top Divisie gaf me destijds meer voldoening. Maar het is natuurlijk wel leuk dit als 43-jarige nog eens mee te maken.”