Natuurijstopper wint voor het eerst op de Weissensee.
Hij keek vlak voor de streep nog heel even achterom, maar dat was niet nodig. Jouke Hoogeveen was zaterdag onbetwist de sterkste man in de Aart Koopmans Memorial op de Weissensee. Hoogeveen begroette die winst uitbundig. Met drie zeges in het Zweedse Falun op zak staat hij te boek als natuurijstopper, maar op de Weissensee won hij nog nooit.
De overwinning was er ook eentje die paste bij Jouke Hoogeveen: na een geweldige wedstrijd, waarin hij in een bloedstollende finale rivaal Frank Vreugdenhil aftroefde, terwijl Simon Schouten ruim daarachter derde werd. Terwijl Vreugdenhil op het ijs naar adem lag te happen, deed Jouke Hoogeveen al monter zijn verhaal. ’’Dit is voor mij echt een waardevolle zege. Het bewijst dat ik ook hier kan winnen, en nog wel in een wedstrijd waarvan iedereen vooraf dacht dat het rechtstreeks naar een massasprint zou gaan.’’
Hoogeveen schrok zich daarom kapot toen hij op zaterdagochtend het ijs op stapte. ’’Ik had het vrijdag nog gezien en toen was het echt slecht. Mooi, want ik voelde dat die omstandigheden mij kansen zouden bieden. Maar vanmorgen lag er opeens een geweldige ijsvloer. Daar baalde ik even behoorlijk van. Wordt er eentje voor Arjan Stroetinga, dacht ik. Maar dat viel mee.’’
Dat viel zeker mee, want voor een koers als de AKM werd er een behoorlijk slagveld aangericht. Zeker bij de sterkste mannen. Frank Vreugdenhil zal zelden zo kapot hebben gezeten als na deze honderd kilometer. De Drent van Husqvarna/Primagaz lag volledig uitgeteld op de grond, happend naar adem. Maar heel moeizaam kon hij weer een beetje bij zijn positieven worden gebracht.
‘’’Ach, eigenlijk zal op de bel de kramp al overal’’, bekende Vreugdenhil. ’’Maar ja, Jouke Hoogeveen demarreerde, dan moet je er toch weer achteraan. Je moet alles geven.’’ Dat had hij, meldde Vreugdenhil, in het begin van de race ook al gedaan. ’’Ik wil aankomende week goed zijn, dan moet je zorgen dat je een beetje extra doet. Jezelf even testen. Daardoor had ik het halverwege al aardig zwaar.’’
Enige kans
De inspanningen van Vreugdenhil waren ook Jouke Hoogeveen niet ontgaan. ’’Ik rijd al een paar jaar met die jongens, ken hun motoriek. Ik zag dat het bij hem niet meer vanzelf ging, maar ja, ik voelde me zelf ook niet zo lekker.’’ Hoogeveen had wel een strategie. ’’Ik reed heel lekker voor de wind, dat doe ik eigenlijk altijd. Ik wist daarom dat ik voor de wind hard moest wegrijden en daarna dat tempo vasthouden. Dat was mijn enige kans.’’
Precies zo ging het ook. Hoogeveen sloeg een gaatje van pakweg tien meter en Vreugdenhil was niet meer bij machte dat nog dicht te rijden. Zo kreeg de AKM een prachtige finale. Hoogeveen: ’’Het was wel echt koers ja, vind ik heel mooi. Veel beter dan een massasprint.’’
Hoogeveen zegevierde zo in de laatste natuurijsrace van vorig seizoen – in het Zweedse Falun – en in de eerste van dit seizoen. Vooral deze gaf veel voldoening. ’’In Zweden heb ik al drie keer gewonnen, daarom wilde ik hier nu heel graag. Bovendien heb ik heel hard getraind. Veel harder dan anders. Dan is het lekker als dat er ook uit komt.’’
Titanenstrijd
De Grand Prix, met Hoogeveen dus als eerste leider, belooft uit te draaien op een prachtige titanenstrijd tussen Vreugdenhil en Hoogeveen. Voor die laatste had de planning van zijn team Tjolk eigenlijk niet voorzien in een trip naar Zweden, maar dat wilde er bij Hoogeveen niet in. ’’Jillert Anema is geen fan van Zweden, dus we zouden daar niet rijden. Als ik wel heen wilde, zei Jillert, dan moest ik het zelf even regelen. Dat heb ik gedaan.’’
Over dat team Tjolk was Hoogeveen trouwens nog even heel duidelijk. Die formatie staat te boek als een opleidingsploeg. Onzin, vindt de Amsterdammer. ’’Wij zijn gewoon een topploeg. Dat blijkt alleen al uit de mooie reeks overwinningen die we hebben behaald. In dat rijtje past ook deze.’’
Hoogeveen is dus in orde, dat is duidelijk. Dat bleek trouwens van meer mannen. Bob de Vries was sterk, maar ook Ruud Aerts maakte een heel goede indruk. En wat was de uitkomst van de test van Vreugdenhil? ’’Dat ik wel goed was, maar aan het einde nog een beetje extra kan winnen. Als ik dat verbeter, wordt het nog wat.’’
Klik hier voor NOS-reportage.