Op het voor hen zo vertrouwde ijs van Thialf sloten Ireen Wüst en Sven Kramer hun imposante schaatsloopbaan af. Twee iconen die jarenlang onverslaanbaar waren op het ijs. Sven als meest succesvolle Nederlandse man op de Olympische Spelen en Ireen als beste Nederlandse olympiër en zelfs beste winterolympiër ooit.
Het afscheid van Sven en Ireen was afgelopen zaterdag integraal op TV na afloop van de eerste dag van de Worldcup finale. Ik keek dit schouwspel terug rond half twaalf in de avond. Mijn eerste dag van het Nederlands Kampioenschap afstanden en allround voor Masters zat er net op. De adrenaline en cafeïne stroomden nog rijkelijk door mijn aderen. Mijn ogen stonden wijd open en mijn hartslag zat nog ergens rond de 120 slagen per minuut. Ik was al minstens 2 uur thuis en Britt was al naar bed. Eerder op de dag was ik Nederlands Kampioen geworden op de 500 en de 3.000 meter.
Langs de kant stonden coach en goede vriend Maico, teammanager Ron en teamgenoten Sam en Levy mij naar de finish te blèren. Winst op de 500 meter was een verrassing. Dat is al lang niet meer mijn afstand. Maar het ging goed. Ik was scherp. Ik reed een goed rondje. Ik werd kampioen. De kop was eraf. De 3.000 meter past beter bij mij. Maar mijn start was ambitieus. Ik begon met twee lage 32’ers gevolgd door een 33’er. Daarna liepen de rondetijden langzaam op en finishte ik nipt op de eerste plek. Het tweede goud was binnen.
Na het afscheid van Ireen en Sven was de nacht onrustig. Niet alleen door de adrenaline, maar ook omdat ik na lag te denken over de volgende dag. Het NK was in Hoorn en daar lag vandaag goed ijs. Ik wil morgen onder de 2 minuten op de 1.500 meter. Dit is toch de laatste kans dit seizoen en wie weet ga ik volgend jaar wel stoppen. Wat zeg je? Ja, misschien ga ik volgend jaar wel stoppen. Misschien? Ja, misschien. Het is een moeilijk ding. Ik ben namelijk een liefhebber van het schaatsen. Daar schreef ik eerder al eens over. En ik wil helemaal niet stoppen. Maar presteren op dit niveau op mijn leeftijd vraagt mentaal en fysiek veel. Zeker naast een supergave, maar ook superdrukke baan als algemeen directeur van Ksyos en naast mijn gezin waar inmiddels ook op steeds serieuzer niveau gesport wordt. Keuzes, keuzes, keuzes. Stiekem heb ik ze nog niet gemaakt. Ik stel ze uit. Ik schuif ze opzij. Ik doe mijn ding. Ik blijf fit.
Maargoed, terug naar de nacht. Morgen ga ik die 1.500 meter opvreten. Ik ga veel tijd pakken op mijn directe concurrent Peter die vandaag tweemaal tweede werd en waarop ik maar 0,3 punt voor sta in het klassement. Die 1.500 meter is namelijk mijn ding. Ik own dat ding. Hier kom ik voor. Goud op de 1.500 meter is het hoofddoel. En dat doel heb ik scherp. Ik ga voor 26.5/29.5/31.0/32.0. Dat maakt 1.59.00 en dat maakt mij blij. Dat zou een PR zijn, maar het kan. Ik voel het. Ik moet morgen ook een 5.000 meter rijden, maar daar wil ik niet aan denken. Om 2 uur val ik eindelijk in slaap.
De volgende ochtend probeer ik uit te slapen. Dat lukt niet. Mijn gedachten gaan meteen naar de 1.500 meter. Na het ontbijt maak ik een fietstochtje door het bos met de kids. Ik slijp even mijn schaatsen en Maico staat alweer voor de deur om mij op te halen. In de auto gaat het over de 1.500 meter. De 1.500 meter is magisch. Ik houd van de 1.500 meter. Ik lééf in de 1.500 meter. Maico vindt mijn slotronde te ambitieus afgaande op de ijskwaliteit en het verval op mijn 3.000 meter. Ik blijf geloven in de magische een negenenvijftig. Vandaag zijn Britt, Ben en Siem ook van de partij en ik heb ze gezegd dat ik ervoor ga. Aan de support zal het niet liggen. Ik wil mijn show opvoeren. Ik blaak van zelfvertrouwen.
Ik loot tegen Mark Ooijevaar. Mark is een echte stayer en ik start buiten. De vraag is dus of ik wat aan hem heb op de kruising. Het startschot gaat. Ik open 26.4. Dat is sterk. Mark zie ik de hele race niet meer. Dan komt de ronde in 29.80. Iets te traag, maar het kan nog. Mijn tussenronde is niet snel genoeg met 31.52, maar ik blijf geloven. Mijn lichaam voelt de laatste 200 meter als een bezemsteel. Ik val bijna in de laatste binnenbocht omdat mijn benen ontploffen. De slotronde gaat in 33.77. Ik ben teleurgesteld. Weer niet onder de twee minuten. Maar al snel zie ik dat iedereen zich stukbijt op mijn tijd en dat ik met ruime voorsprong eerste sta. Peter klokt 2.04.04, dus ik pak met mijn 2.01.52 veel tijd op hem. Daarmee kan ik enigszins gerust de 5.000 meter in omdat ik maar liefst 11 seconden mag verliezen op Peter. En ik ben Nederlands Kampioen 1.500 meter. Míj́n afstand. Teleurstelling slaat om in blijdschap.
De blijdschap maakt al snel plaats voor angst. De 5.000 meter is écht ver. De 5.000 meter gaat écht pijn doen. De 5.000 meter is écht onbekend terrein voor mij. Ik heb er tot nu toe slechts drie gereden in mijn hele leven en ze deden allemaal vreselijk veel pijn. Ik vrees de pijn. Maar nu moet ik er toch weer aan geloven. Op de 5.000 meter rijd ik rechtstreeks tegen Peter. Hij rijdt marathons en ik heb geen idee wat ik kan. Ik val aan en open hard. Daarna twee vlotte rondjes, maar dan beginnen mijn benen al tekenen van slijtage te vertonen met nog 10 ronden op het rondenbord. Peter en ik vallen elkaar om de beurt aan. Ik vang zijn aanvallen een paar keer op, maar uiteindelijk moet ik mijn hoofd buigen en wint hij de race met 2,5 seconde voorsprong. Maar hé, ik rijd wel een PR. Dankzij Peter. En natuurlijk dankzij Maico die mijn oververhitte hoofd koel weet te houden tijdens de race. Die mij maant mijn techniek niet los te laten en de pijn te verbijten.
Na de finish kijk ik letterlijk scheel van vermoeidheid en ben ik erg blij dat het voorbij is. Ik heb het gered. Ik ben Nederlands Kampioen Allround. Peter vraagt mij vlak na de finish of hij de snelste is van het veld. Ik denk van wel. Peter is blij. Hij vertelt mij dat hij zijn vader recent is verloren en dat deze titel ook een beetje voor hem is. Dat dit voor Peter zoveel betekent raakt mij. Mijn zilveren medaille krijgt daarmee een gouden randje. Bovendien heb ik alles gegeven wat erin zat en heeft Peter mij op waarde geklopt. Sport is mooi.
Na afloop drink ik een biertje met Maico. Mijn steun en toeverlaat. Wat zal ik volgend seizoen doen? Stoppen op mijn hoogtepunt of toch nog een jaartje door? Voor u een vraag en voor mij ook. Maar eerst rijdt Ben nog het NK Pupillen aanstaande zaterdag in Groningen. Één ding is zeker. Ben stopt nog lang niet!
Gefeliciteerd Bas, super!
Txs Jaap!
Wat mooi geschreven! Gefeliciteerd met je titel, trots op mijn brother en succes voor Ben in het mooie Grunn’n!!