Toen ik vanochtend de gordijnen open trok, had ik meteen erg veel zin in deze wedstrijd. Het was prachtig weer. Zonnetje en prima lage temperaturen voor het ijs. En de eerste wedstrijd overdag van dit seizoen. Na de laatste wat sombere weken kon ik dit goed gebruiken. Daarnaast had ik voor oud en nieuw tot na het NK in Groningen, meer dan een week plat gelegen met koorts en virale infecties in longen, keel en neus holtes. Dan geniet ik weer elke dag dat ik gezond ben en er van kan genieten. Her en der al pratende in het peloton begrijp ik dat er velen zijn die de laatste tijd voor langere of kortere tijd plat hebben gelegen. Er is dus wel enigszins sprake van een level playing field. Ik had in ieder geval in de auto naar Flevonice besloten dat ik hoe dan ook ging genieten van het schaatsen in het zonnetje vandaag.
Zoals altijd een gezellige bedoeling vooraf. Ik ben nog maar een jonkie in het peloton, maar begin steeds meer mannen te kennen, ook van andere regio’s. Dat is altijd gezellig. Je deelt toch allemaal eenzelfde passie.
Vooraf bij het inlopen zag het ijs zag er niet snel uit. Lekker wit aangeslagen. Er waren al twee wedstrijden verreden vanaf 8:30 uur met de 60+ers, daarna de 50+ers. De 40+ers waren om 12:30 uur aan de beurt. Dus het zou echt richting natuurijs gaan. De mannen met een skeelerslag of veel skeeleren in de benen zouden relatief in het voordeel zijn.
De wedstrijd ging rustig van start. Hans Brandt had mij geadviseerd om goed in de eerste helft van het peloton te blijven want er ook wat schaatsers zich hadden ingeschreven met minder ervaring op dit niveau, dus dat het zaak was om niet daarachter te zitten omdat er wel gaten zouden vallen. Dat advies heb ik redelijk opgevolgd. Er waren van meet af aan enige ontsnappingspogingen. Ik houd dat nooit zo goed bij vanuit het peloton waar ik mij nog even de tijd gun om op te warmen en mijn slag te vinden. Jo Huitzing reed veel op kop in het begin. Het tempo lag naar mijn gevoel niet erg hoog. Ag en toe een versnelling maar soms zakte het ook wel erg weg. Twee keer besloot ik ook eens weg te rijden, wat uiteindelijk ertoe leidde dat de ontsnappers tot de orde werden geroepen. Stan Nelissen en Paul Robijn, maar ook Arnold Gaasenbeek en Arno van der Veen waren vanaf het begin zeer actief en enige anderen waarvan ik de naam nog niet ken. Inmiddels ergens over de helft van de wedstrijd was er een groepje die al een tijd een aardig gat te pakken had, waaronder als ik mij niet vergis Tonny van Vliet, Arno van der V, Kurt van de Nes en Arnold Stam. Toen het tempo van het peloton weer eens omlaag ging, besloot ik dit keer om zo te gaan dat ik niet het peloton uiteindelijk mee trok. Na een tijdje hoorde ik Arnold G achter mij roepen – ik dacht ‘hoger en aansluiten’ of zo. Hij trok goed door met als ik het goed heb Arjan Elferink en Arjan Mombarg achter hem aan. Arjan M had al snel last van beginnende kramp en ging niet meer mee. Te weinig training en tijd op het ijs zo vertelde hij later. Arjan E en Arnold G reden goed door, alhoewel het bij Arnold G af en toe ook leek dat het beste eraf was. Maar dan sprong hij toch weer goed mee. Na nog een volle ronde kwamen wij eindelijk in de buurt van de kopgroep. Toen waren er dacht ik nog een ronde of 2-3 te gaan. Het werd al snel rommelig. Veel kijken, plotseling wegspringen en weer inhalen. Ik meende dat het gat met het peloton alweer kleiner werd. Arno van der V besloot wellicht weer eens terecht om gewoon door te rijden – zoals hij wel vaker doet. Arjan E ging na een hele tijd er achteraan. Tonny en Arnold G bleven op elkaar letten en bij elkaar schaatsen. Ik probeerde nog aan te haken, en Kurt en Arnold S ook. Maar er zat inmiddels wel een goed gat. Ik dacht nog aan het verhaal van een oude roei coach van vorig weekeind. Die vertelde dat hij vaak van de bootmannen die mee varen achter een roeiwedstrijd had gehoord dat zij aan het eind van de wedstrijd roepen – motor zachter zetten ze gaan sprinten. Met andere woorden op het moment dat de roeiers het tempo erop gooien, dat de snelheid juist naar beneden gaat. Ik dacht dat maar even te testen. Terwijl Arnold G en Tonny op het stuk voor de laatste bocht en rechte eind al in sprint mode hoog tempo gingen maken om elkaar af te troeven, hield ik het op een goeie schaatshouding en techniek. Het gat werd inderdaad toch duidelijk steeds kleiner. Maar uiteindelijk niet snel genoeg. Arjan Elferink had uiteindelijk Arno van der V nog op tijd ingehaald. En Arnold G haalde de finish sneller dan Tonny.
Uiteindelijk was het goed gelukt – heerlijk geschaatst en genoten van het lekkere weer. Met een 5de plek naast het podium denk ik wel achteraf aan verschillende momenten waar ik misschien iets anders had moeten doen. Uiteindelijk concludeer ik dat ik een andere keer gewoon eerder langer en harder moet schaatsen…
De hordes toerrijders staan al trappelend klaar om de 3km baan van ons over te nemen. In het restaurant wordt er nog door deze en gene lang na gepraat en genoten. Dat is ook lekker van zo een wedstrijd overdag. Je hoeft niet nog een heel stuk door het donker naar huis te rijden om dan vol adrenaline in je bed te liggen terwijl je achter je gesloten oogleden nog allemaal momenten herleeft, andere keuzes maakt of gewoon nog visueel rondjes aan het schaatsen bent. Je kan nog de rest van de dag nagenieten van goed gebruikte benen. En voor de ijverigen onder ons – alvast de ijzers goed slijpen voor de 6banen wedstrijd morgenavond.
Ik ga vanavond naar een cabaret voorstelling – ik ben benieuwd of wat lachen goed is voor het herstel….