Amsterdam Schaatsstad, al eeuwenlang!

Op een ijsbaan achter het Rijksmuseum werd het allereerste WK allround verreden. 125 jaar later komt het schaatsevenement terug naar Amsterdam. De sport en de stad hebben een innige band. Dit schrijft Jurryt van de Vooren op 14 januari jl. in het Parool. Het is een lezenswaardig artikel over Amsterdam als schaatsstad. Leonie Bloem bewerkte het artikel voor onze site. Ze zocht er nog wat extra foto’s bij.

Het WK Allround
Het WK allround viert zijn 125ste verjaardag. Op 13 en 14 februari 1893 was de eerste editie van de schaatswedstrijd, op een ijsbaan achter het Rijksmuseum. Jaap Eden uit Haarlem won de wereldtitel, hij ontving een beker ter waarde van 600 gulden en een brede oranje sjerp. ‘De stemming was vol geestdrift,’ aldus De Telegraaf, ‘en vooral Eden werd donderend toegejuicht.’
In zijn eigen stad barstte een enorm volksfeest los, schreef Het Nieuws van den Dag vol verbazing. ‘Nog nooit heeft uw correspondent zijn stadgenooten zoo uit den band zien springen, als toen heden in den middag het bericht kwam, dat onze Jaap ook op de 500 meter de vreemdelingen had verslagen en hij alzoo kampioen der wereld was geworden. De deftigste pruikjes maakten een sprongetje.’

Jaap Eden

Al aan het einde van de negentiende eeuw was de schaatssport dus bijzonder populair in Nederland, en dat kwam vooral door het succes van Eden. De kampioen plaatste twee weken later een advertentie in Het Nieuws van den Dag om zijn supporters te bedanken – de sporthelden van nu gebruiken er de sociale media voor. ‘Geachte Landgenooten! Voor de talrijke, zeer gewaardeerde hartelijke blijken van hulde en sympathie, mij dezer dagen geschonken, betuig ik mijn besten dank. Vriendelijk groetend, JAAP EDEN. Haarlem, Jan. 1893.’

In de 125 jaar daarna is het WK allround nooit meer in Amsterdam verreden, maar dat verandert begin maart met de jubileumeditie in het Olympisch Stadion, op wat de ‘Coolste baan van Nederland’ heet. Amsterdam is deze winter het centrum van de internationale schaatssport, waarmee de schijnwerpers ook weer eens op de stedelijke schaatsgeschiedenis zijn gericht. Want de stad is een belangrijke schaatsstad, en dat al eeuwenlang.

Twaalfstedentocht
De oudste melding van een Elfstedentocht is uit 1749, maar er zijn nog oudere monstertochten bekend in de nationale schaatsgeschiedenis. Zo lag Amsterdam al op 19 december 1676 op de route van de Twaalfstedentocht. Die voerde langs Haarlem, Amsterdam, Weesp, Naarden, Muiden, Monnikendam, Edam, Purmerend, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en Alkmaar. Claes Ariszoon Caeskoper, Maijndert Arent, Jakop Blau en Jakop Buur uit Koog aan de Zaan legden zo bijna 300 kilometer af. Meer dan de helft van de ruim zestien schaatsuren reden ze in het donker of de schemering.

De Twaalfstedentocht werd daarna nog slechts één keer verreden: op 29 december 1822 door de gebroeders Klaas en Willem Oostindie, net als hun voorgangers afkomstig uit Koog aan de Zaan. Omdat de Zuiderzee, nu het IJsselmeer, die dag nog niet bevroren was, moesten ze zelfs dertig kilometer meer afleggen dan hun voorgangers in 1676.

Kunstijs
De oudste kunstijsbaan van Nederland lag in 1880 naast Circus Carré aan de Amstel, maar die was maar kort in gebruik. In 1912 was er een ijsbaantje op zolder in het Odeongebouw aan het Singel.

De eerste echte kunstijsbaan van het land werd in het weekend van 24 en 25 november 1934 geopend bij het Sportfondsenbad aan de Linnaeusstraat.

Sonja Henie

Als propagandastunt gaf Sonja Henie uit Noorwegen een show; zij is één van de beroemdste kunstschaatsers ooit met tien wereldtitels en drie keer olympisch goud. Duizenden toeschouwers keken ademloos toe. ‘Een élégance zoo weergaloos en zoo meeslepend,’ verzuchtte De Telegraaf. Een gratis extra voorstelling voor kinderen bezorgde de ordehandhavers van Amsterdam een zware dag, want maar liefst 16.000 toeschouwers stonden te dringen achter het hek. Na vier jaar werd deze ijsbaan gesloten wegens exploitatieproblemen.

De Jaap Edenbaan werd in 1961 in gebruik genomen, de eerste 400 meter kunstijsbaan van Nederland. Ruim een halve eeuw later is het wereldwijd de ijsbaan die het langst in gebruik is.

Willem Augustin
Het mooiste Elfstedenverhaal is verteld door Willem Augustin uit Amsterdam. In 1941 deed hij voor het eerst mee, op de dag voor zijn achttiende verjaardag. Omdat Augustin de laatste trein naar Friesland had gemist, ging hij op de fiets. “Het vroor als de pest,” vertelde hij in 2003 tijdens een gesprek voor VPRO-radio. Waar Leeuwarden lag, wist hij niet. “Ik heb maar de breedste weg aangehouden. Dat moest toch de hoofdweg wezen.” Op de Afsluitdijk kletste hij zich langs een Duitse versperring. In Harlingen belandde hij alsnog op het politiebureau vanwege schending van het uitgaansverbod. “Ik werd ineens aangehouden door twee Hollandse smerissen. Ik heb naderhand zeveneneenhalve gulden boete gekregen.”

Ondanks die tegenslag verscheen hij net op tijd aan de start. “Ik ben toen gewoon aan de Elfstedentocht begonnen.” Na de voltooiing ging hij terug naar Amsterdam, nu wel met de trein. In Amsterdam-West is een straat naar Augustin vernoemd, als eerbetoon aan het mooiste Elfstedenverhaal aller tijden. Fietsend naar Friesland trotseerde Augustin de vrieskou én de Duitsers!

Anne Frank
Anne Frank leerde schaatsen in 1938, op een oud paar van zus Margot. Er volgden koude winters met wel drie Elfstedentochten op rij, in 1940, 1941 en 1942. De eerste twee winters zal ze waarschijnlijk veel hebben geschaatst, maar in 1942 was de situatie dramatisch verslechterd door de anti-Joodse maatregelen.

In 1961 dook er opeens een schaatsfoto op van Anne Frank, samen met haar vriendinnen, onder wie Ansje de Leeuw. De foto werd genomen in het Vondelpark, op enig moment in de winter van 1941. Ook van Margot Frank bestaat een schaatsfoto.

Amsterdamse Viking
De schaatsen van Viking komen tegenwoordig uit Almere, maar de oorsprong van de wereld beroemde Viking Schaatsenfabriek ligt in een kelder in Durgerdam, de werkplaats van Co Lassche.

(foto boven met Bert, broer van Co; onder Jaap Havekotte)

Na de Bevrijding maakte Lassche schaatsen van de blikken die de geallieerden boven Nederland hadden uitgestrooid tijdens voedseldroppings. “Beter materiaal was er toen niet voor handen,” vertelt zijn zoon Bert, zelf al jaren schaatsenslijper in Schellingwoude. Sinterklaasavond 1947 ging Lassche op bezoek bij schaatser Jaap Havekotte in Diemen met het voorstel om samen te werken. “Lassche was een eersteklasvakman,” zei Havekotte in
1949 tegen het tijdschrift Sportief. “Hij kón het! Dat zag ik direct.” Het duo opende begin 1948 een werkplaats in de Gerard Doustraat, inmiddels met professioneel materiaal.

Jaap Havekotte

De samenwerking duurde maar vier jaar, maar was wel het begin van de huidige Vikingfabriek.

Carry Geijssen
Carry Geijssen won in 1968 als eerste Nederlandse langebaanschaatser een gouden olympische medaille, vóór Kees Verkerk en Ard Schenk.

20 november 1971

Ze woonde nog bij haar ouders aan de Kramatweg in Amsterdam-Oost. Na de olympische titel bracht burgemeester Samkalden een bezoek aan haar ouders. Bij aankomst op station Muiderpoort wachtte Geijssen een grote ontvangst. Kort geleden vertelde ze: “Tot aan mijn huis iets verderop stonden zo’n 25.000 mensen. De buurt had geld ingezameld om me een auto te geven.” Op het stadhuis sprak Samkalden haar toe: “Je bent vandaag een kind van Amsterdam, dat met een gouden medaille, met een gouden rapport bent teruggekeerd. Je hebt Amsterdam ongelooflijk veel plezier gedaan.”

Klapschaats

schaats uit 1985

De grootste schaatsrevolutie ooit, de opkomst van de klapschaats, begon in Amsterdam. Gerrit Jan van Ingen Schenau legde de basis ervoor als hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Dit Amsterdamse onderzoek werd uitgevoerd in absolute stilte; niemand was ervan op de hoogte gebracht dat Ron Ket op 10 februari 1985 op de Jaap Edenbaan al de eerste geregistreerde meters op klapschaatsen had gereden. Heel even leek het geheim van de klapschaats in gevaar, want op 18 oktober 1985 kwam dagblad De Waarheid met een groot verhaal. ‘Het nieuwste van het nieuwste is de klapschaats,’ schreef de krant. ‘Enkele onderzoekers van de Vrije Universiteit zijn er al een tijdje mee bezig.’ Van Ingen Schenau had alleen weinig zin om er iets over te zeggen: “Ik heb er eigenlijk al te veel over losgelaten.” Tot opluchting van de onderzoekers merkte niemand deze publicatie op, omdat De Waarheid in 1985 een marginaal bestaan leidde. De primeur over de uitvinding van de klapschaats ontging daarmee praktisch iedereen. Pas eind 1996 kwam de definitieve doorbraak, dankzij de successen van Tonny de Jong.

Klapschaats van nu

Olympisch Stadion
De eerste keer dat er in het Olympisch Stadion werd geschaatst, was op 22 december 1929, nota bene rond het voetbalveld waar Blauw-Wit en Feyenoord op hetzelfde moment een officiële wedstrijd speelden! ‘De Blauw-Witscheidsrechter maakte tot groot amusement van het publiek ’n tuimeling toen hij plots op het ijs terechtkwam,’ schreef De Revue der Sporten.

In de winter van 2014 werd in het stadion de Coolste Baan van Nederland aangelegd, een tijdelijke ijsbaan die duizenden schaatsers trok. In het slotweekend werd er de NK allround en sprint gehouden.

Nu is deze baan weer in gebruik genomen, met het WK allround als hoogtepunt. Na precies 125 jaar is het evenement eindelijk terug in zijn geboortestad.

Over Jaap van der Spek 0 Artikelen
Vanaf 1972 op de ijsbaan te vinden. Eerst als wedstrijdschaatser, daarna 12 jaar als redateur/opmaker van de Op Uw Plaatsen, 10 jaar als trainer op de ZA2 en al weer een behoorlijk poosje als website beheerder. In het dagelijks leven eigenaar van een softwarebedrijf, echtgenoot van Carla en vader van 2 kids, Lisa en Jasper.