Voeding en topsport: 8 vragen aan Annette Gerritsen

annettegerritsen

annettegerritsenBeste Annette, Het begon allemaal met een misverstand. Ik zei tegen Ans, dat ik tegenwoordig hetzelfde ontbijt nam als jij, nl. cruesli met noten (dat had ik onthouden van je verhaal tijdens de ledenvergadering afgelopen zomer). Nee, zei Ans, dat kan niet. Want daar zit suiker in, en dat mag niet. Zo raakten we in gesprek over voeding en topsport, en kwam ik met het plan om jou een aantal vragen te stellen. 

1. Waarin verschilt jouw voedingspatroon van dat van niet-topsporters? Met andere woorden: wat mag beslist niet (en waarom niet), en wat moet perse wèl (en waarom)?

Mijn voedingspatroon is eigenlijk heel simpel. Genoeg groente, fruit, vlees en vis. Daarbij koolhydraten die bestaan uit rijst, pasta of aardappelen. Ook veel noten en granen als muesli. Uiteraard eet ik ook wel eens patat of taart. Maar als ik zwaar heb getraind en veel van mijn lichaam hebt gevergd zorg ik dat gezond eet zodat mijn lichaam goed kan herstellen. Want herstellen is minstens net zo belangrijk als het trainen zelf.

2. Is er verschil tussen zomer (trainingsperiode) en winter (wedstrijden)? En zo ja, waaruit bestaat dat verschil.

In de zomer zijn de trainingen het zwaarst ik merk dat ik dan meer honger heb. In de winter hebben we veel wedstrijden en daarbij ook stress. Dan heb ik minder honger maar is het wel net zo belangrijk. Vlak voor een wedstrijdweekend eet ik vrijwel geen dingen die ‘slecht’ voor me zijn. Zoals: friet, taartjes, snoep etc.

3. Hoe ziet jouw eetpatroon eruit op een wedstrijddag, (b.v. de eerste dag van een WK Sprint, om maar iets te noemen) van ’s ochtends tot ’s avonds?

In de ochtend een bakje muesli. In de middag een bordje pasta met een broodje erbij. In de avond een ‘normale’ maaltijd. Koolhydraten, groente en vlees/vis.

4. Zijn er individuele verschillen tussen jou en de anderen? En zo ja, waaruit bestaan die verschillen? (Het zou b.v. kunnen zijn dat de een een snellere verbranding heeft dan de ander, en dus meer kan en moet eten, ik noem maar wat.)

Ieder heeft zo zijn voorkeur met eten. Een aantal jongens bij mij in de ploeg eten tussen de middag 2 megaborden pasta. Ik zit na een half bord en een broodje al vol. Sommige hebben allergien waar op gelet moet worden. In grote lijnen eten we met de hele ploeg hetzelfde vanuit een bepaalde visie.

5. Jullie zijn veel onderweg en in hotels. Neem je dan je eigen eten (en je eigen kok) mee? Of eet je wat de hotelkeuken schaft?

We eten wat de pot schaft maar er worden vaak ook afspraken gemaakt met de keuken. Tijdens World cups is het altijd een grote verrassing wat je voorgeschoteld krijgt en dit valt niet altijd mee. Daarom neem ik ook vaak vertrouwde Nederlandse producten mee. Er gaat tenslotte niks boven een vertrouwd broodje hagelslag!

6. Let jij scherp op je gewicht? Weeg je je b.v. geregeld? Hoe belangrijk is dat? En verschilt dat per seizoen (dus tussen trainings- en wedstrijdperiode)?

Ik let niet heel erg op mijn gewicht maar meer hoe ik eruit zie. Ik hou het wel goed in de gaten. Ik merk wel dat nu ik ouder word er beter op moet letten.

7. Is er in al die bovenstaande zaken een ontwikkeling sinds het begin van je topsportcarrière? Ben je b.v. in de loop der jaren zwaarder geworden? Of juist lichter? Ben je meer op bepaalde dingen gaan letten? Heb je dingen geleerd, die nu een gewoonte zijn geworden?

Toen ik net bij Jac Orie in de ploeg kwam wist ik helemaal niks van voedsel en wat voor invloed dat kan hebben op je trainingen. Ik lustte ook helemaal niks anders dan de vertrouwde Hollandse maaltijden van mijn ouders. In het begin moest ik daarom heel erg wennen en langzaam aan durfde ik wat nieuwe dingen te proberen. Inmiddels zijn bepaalde dingen gewoonte geworden. Maar ik ben en blijf een zoetekauw!

8. Is het moeilijk om je aan al die strenge voorschriften te houden? Verlang je soms naar dingen die lekker zijn, maar die niet mogen? En gaat het meteen mis, als je je een keer niet aan de voorschriften houdt?

Je moet jezelf niet alles ontzeggen. Op z’n tijd een patatje of taartje kan best maar gewoon af en toe. En je kan het ook als een soort beloning zien. Ik heb deze week zo hard getraind en goed m’n best gedaan, op mijn rustdag leef ik me uit! Met mate natuurlijk. En als je het echt hebt verdiend smaakt het het allerbest.

Over Jaap van der Spek 0 Artikelen
Vanaf 1972 op de ijsbaan te vinden. Eerst als wedstrijdschaatser, daarna 12 jaar als redateur/opmaker van de Op Uw Plaatsen, 10 jaar als trainer op de ZA2 en al weer een behoorlijk poosje als website beheerder. In het dagelijks leven eigenaar van een softwarebedrijf, echtgenoot van Carla en vader van 2 kids, Lisa en Jasper.