Interview Cees en Yoeri Lissenberg

Yoeri kampioen NK marathon kunstijs 2009

Yoeri kampioen NK marathon kunstijs 2009door Eva Teijsse en Marianne van Zuijlen, Almere, 25 mei 2012

Aan het eind van het afgelopen seizoen kondigde HCA’er Yoeri Lissenberg aan een punt te zetten achter zijn mooie carrière. Een goed moment voor een interview met Yoeri en vader Cees.

1. Cees, heb jij Yoeri leren schaatsen?

Ja, dat klopt. Maar dat was niet zo moeilijk, want hij had natuurlijk talent en hij was meteen enthousiast. Hij is op zijn 7e begonnen en meteen helemaal gek van het schaatsen. Het grappige is dat je dat nu terugziet bij zijn zoon die op jeugdschaatsen zit. Ik heb hem nooit ergens toe gedwongen. Dat zou ik nooit doen. Ik benader het training geven vanuit een positieve houding: je moet de nadruk leggen op de dingen die goed gaan. Als jongens misschien minder talent hebben, maar ze zijn gemotiveerd, dan vind ik het al prima. Toen Yoeri 13/14 jaar oud was hadden we een hele leuke ploeg. Ze reden allemaal in een rood pak en werden het rode gevaar genoemd. Het waren allemaal talentvolle jongens. We gingen toen al op trainingskamp, bijvoorbeeld naar Zeeland.

2. Yoeri, waarom ben je van de langebaan overgestapt naar het marathonschaatsen?

Eigenlijk om een aantal redenen. Ten eerste vond ik het langebaanwereldje niet leuk. Ik reed toen al baanmarathons en merkte dat ik dat veel leuker en gezelliger vond. Bij langebaanschaatsen is de druk elke wedstrijd hoog. Bij de baanmarathons ging ik veel ontspannender van start; ik ging gewoon lekker rijden. Ik ontdekte ook dat kapotzitten bij de marathon veel minder erg was dan bij het langebaanschaatsen. Daar kwam bij dat als je op de Jaap Edenbaan reed het veel moeilijker was om je te selecteren voor belangrijke wedstrijden. Het ijs was slecht en je tijden bleven daardoor achter bij rijders met hetzelfde talent die op andere banen reden. Dat was heel frustrerend. Nu hebben de rijders van Amsterdam veel meer kans om op andere banen goede tijden neer te zetten. Ook krijgen ze veel meer medewerking van school, bijvoorbeeld om onder schooltijd belangrijke wedstrijden te rijden. Als ze in selecties zitten kunnen ze vaak op scholen met een afdeling voor topsporttalent een aangepast programma rijden. Dat was in mijn tijd nog niet zo. Ik ben overigens na mijn langebaancarrière eerst nog een jaar in militaire dienst geweest. Dat jaar heb ik niet getraind. In het seizoen 1994-1995 ben ik me serieus gaan toeleggen op de marathon. Ik werd toen B-rijder. In het seizoen 1996-1997 ben ik gepromoveerd naar de A-rijders. Mijn leukste jaren waren bij Bional en Intercar Parts toen ik eindelijk met Frans de Ronde –   met wie ik nog steeds dikke vrienden ben – in dezelfde ploeg zat.

 3. Yoeri, hoe trainde je ’s zomers?

’s Zomers fietste ik veel. Eigenlijk ben ik serieus gaan fietsen toen ik bij de B-rijders zat, Dat deed ik op aanraden van Jos Geysel. Eerlijk gezegd moest ik eerst wel even wennen, maar later vond ik het heerlijk. Skeeleren heb ik altijd vreselijk gevonden. Ik had er geen gevoel voor, en voor mij had het niets te maken met schaatsen,

4. Yoeri, wat vind je zelf van je carrière? Vind je dat je al het mogelijke eruit hebt gehaald?

Nee, zeker niet. Ik heb wel wat laten liggen. Dat heeft verschillende oorzaken. Ik heb altijd fulltime gewerkt naast het schaatsen. Eerst werkte ik voor een reclamebureau. Als er dan op vrijdag een opdracht binnenkwam, dan moest die af, en dan miste ik wel eens een training of een wedstrijd. Later had ik een eigen timmermansbedrijf, waarin ik ook fulltime werkte; dit in tegenstelling tot veel andere jongens uit het A-peloton. Sommigen hadden helemaal geen werk naast het schaatsen en waren full prof. Dat is toch een beetje oneerlijke concurrentie. Soms heb ik wel even iets minder gewerkt, maar ik moest wel de kinderen opvangen, dus extra tijd voor training was er niet. Wat ook een belemmering was, was dat ik de laatste jaren steeds meer last van mijn rug kreeg. Ik was toen eigenlijk op het toppunt van mijn kunnen, maar die rug gooide steeds weer roet in het eten en heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik moest stoppen. Maar wat me vooral overwinningen heeft gekost, was mijn manier van rijden. Ik ging er steeds weer met de botte bijl in en miste dan de slag. Dan moest ik vervolgens in mijn eentje naar de kopgroep rijden. Dat was natuurlijk niet slim. Het was geen kwestie van geen koersinzicht: dat had ik echt wel. Maar mijn karakter was nou eenmaal dat ik niet kon wachten, dus sprong ik steeds weer mee. Mijn manier van rijden heeft me ook wel overwinningen gebracht, bijvoorbeeld het NK in 2009. We moesten 150 ronden rijden. Ik ging er al na 30 ronden vandoor. Cees zei niets (Cees: “Nee, want hij heeft voldoende inzicht in zijn eigen kwaliteiten.”), maar mijn ploegleider Hans Pieterse zei: “Niet doen.” Ik kreeg een ronde voorsprong en iedereen die uit het peloton probeerde te ontsnappen heb ik toen gecounterd. Ik voelde me beresterk, maar het rare was dat dit wel de eerste wedstrijd was, waarin ik zenuwachtig was. Normaal had ik dat nooit. Ik had het hele seizoen al heel goed gereden. Dat bleek ook uit het klassement. Ik stond daarin 3e. Ik had dus eigenlijk niets om zenuwachtig voor te zijn. Maar misschien heeft dat wel bijgedragen aan de overwinning. Ik ben eigenlijk nooit een echte klassementsrijder geweest. Voor mij was het belangrijkste om lekker te rijden. Maar als het tijdens de wedstrijd goed ging, dan ging ik natuurlijk wel voor het klassement.

 5. Yoeri, ben je niet bang om nu in een zwart gat te vallen? Hoe ga je dat voorkomen?

Ja, daar ben ik heel erg bang voor. Eigenlijk ben ik nog helemaal niet uitgeschaatst, maar met die pijn in mijn rug ging het echt niet meer. Ik had gedacht nog heel lang door te gaan, net als mijn grote voorbeeld Piet Kleine die 49 jaar was toen hij stopte. Ik mis het marathonleven nu al, de fiets- en schaatstrainingen en de wedstrijden. Dat kan echt niet gecompenseerd worden door mijn werk en mijn grote hobby, het schilderen van koeien. Ik wil graag in het marathonwereldje actief blijven en trainer worden met een officieel papiertje. Daarom heb ik me opgegeven voor een KNSB-trainerscursus. 26 mei begin ik met mijn eerste workshop. De bedoeling is dat ik de trainingen van de gewestelijke A-rijders op de Jaap Edenbaan van mijn vader ga overnemen. Daarnaast ga ik een gesponsorde damesploeg begeleiden.

familielissenberg 2012

cees lissenberg

koeienschilder Yoeri

Yoeri - Daniella kampioen NK 2009

yoeri als junior

Over Jaap van der Spek 0 Artikelen
Vanaf 1972 op de ijsbaan te vinden. Eerst als wedstrijdschaatser, daarna 12 jaar als redateur/opmaker van de Op Uw Plaatsen, 10 jaar als trainer op de ZA2 en al weer een behoorlijk poosje als website beheerder. In het dagelijks leven eigenaar van een softwarebedrijf, echtgenoot van Carla en vader van 2 kids, Lisa en Jasper.